Deze kerk in zijn huidige vorm is gebouwd in ca. 1620. Maar reeds in 1327 wordt in de pauselijke annalen gesproken van de ”Buglum ecclesia” – de kerk van Bykle.
Precies wanneer de kerk werd gebouwd, is niet bekend. Maar aangezien het altijd enige tijd duurde voordat een nieuwe kerk ver in het noorden opgenomen werd in de annalen, is het waarschijnlijk dat hier al een kerk stond in de 13-e eeuw.
Volgens de in Valle woonachtige historicus Leonhard Jansen, is de kerk waarschijnlijk gebouwd op een grote begraafplaats uit de tijd van voor Christus.
De kerk van Bykle is een pronkstuk, bescheiden van formaat maar fraai en verfijnd. De kerk biedt plaats aan 120 personen.
De fraaie ”rosemalte” beschildering op de wandpanelen dateren van 1826 en zijn het werk van Aslak A. Vasshus, Neslandsvatn in Telemark en Knut Åvoldsson Byklum.
Ook het plafond is beschilderd, met een blauw-zwarte achtergrondkleur, waarop zich grijze wolken en sterren met een rode glans aftekenen. In het midden zweeft een engel – waakt hij over de kerkgangers?
De kerk omvat een wapenhuis, de eigenlijke kerkruimte en een koor. Een sacristie ontbreekt.
De voorzijde van de galerij is versierd met olavsroser (=valknut, tot knoop ineen gestrengelde band).
Er zijn negen zitbanken aan een zijde voor de mannen, en zeven-en-een-halve zitbank aan de andere zijde voor de vrouwen. De afstand tussen de banken is 74 cm voor de mannen en 65 cm voor de vrouwen. Zelfs de minder robuust gebouwde kerkganger had al snel problemen plaats te vinden voor zijn of haar voeten.
Handelsraadman en rechter Laurits Andersen Undal schonk de kerkklok aan de kerkgemeenschap in Bykle in 1683. De inscriptie in de klok luidt ”Si deus pro nobis, quis contra nos”, hetgeen betekent ”Als God met ons is, wie is dan tegen ons?”
De klok is niet groot, met een doorsnede van 48 cm en een hoogte van 43 cm. De persoon die de klok luidt, staat in de gang in het midden van de kerk en trekt aan een touw.
In het begin van de 17-e eeuw was de kerk van Bykle niet te gebruiken. In een brief uit 1619 is te lezen dat de kerk in Bykle al een aantal jaar een ruïne was. In dezelfde brief staat dat de kerk opnieuw opgebouwd en onderhouden zal worden, in overeenstemming met de wens van de kerkgemeenschap en een belofte van de bisschop. Vervolgens zou de priester uit Valle hier drie keer per jaar een mis houden.
De bevolking van Bykle beloofde dat de priester weer zijn ”tiende” (=betaling, afdracht) zou krijgen, waar hij ook voorheen recht op had.
Ondanks verscheidene ingrijpende restauraties in de 18-e en 19-e eeuw, kunnen we stellen dat de kerk in Bykle in hoofdzaak dateert uit ca. 1620. Een gedeelte van het gebruikte houtwerk stamt tevens af van de door de paus in 1327 geregistreerde kerk. De in Denemarken geboren conservator en kunstenaar Ulrik Hendriksen, schreef in een brief van 1929 dat het houtwerk van de oude kerk afkomstig lijkt te zijn van een staafkerk. Aaangezien de staafkerk de meest voorkomende soort van kerk was in Noorwegen –in het bijzonder in de dunner bevolkte delen- lijkt dat een redelijke veronderstelling.
Het altaar en de preekstoel zijn typerend voor de renaissance uit het begin van de 17-e eeuw. De altaartafel toont de dood van Jezus aan het kruis. Op de preekstoel heeft de onbekende schilder de evangelisten Marcus, Lucas en Johannes geschilderd.
Een legende vertelt dat het ondergronds levende trollen waren die bepaalden waar de kerk gebouwd zou worden.
Oorspronkelijk was het plan de kerk te bouwen bij Skarg in Nordbygda. Maar ’s nachts verplaatsten de trollen het houtwerk naar de huidige locatie.
Pas in 1989 kreeg de kerk in Bykle een orgel, gebouwd door de Zweed Nils-Oluf Berg. Dit is een pijporgel met een manuaal en vijf registers. Het ouderwetse, nostalgische psalmgezang was daarom in Bykle langer te horen dan in de meeste andere plaatsen.
Van harte welkom in de historische kerk van Bykle, een waar pronkstuk.